zaterdag 13 december 2008

De Zaterdag Column

Shoppen.

Met de rieten boodschappenmand aan de arm ga ik op pad.

Ik probeer zoveel mogelijk bij de locale winkeliers mijn bood-

schappen te halen.

Nu, na maanden speuren, weet ik precies waar ik moet zijn.

Alle winkeltjes zien er hetzelfde uit, piepkleine sjofele optrekjes,

met een golfplaten dak en een gammele toonbank met daarachter

wat planken aan de muur waarop de negotie ligt uitgestald die

voorziet in de dagelijkse levensbehoefte.

In het begin leek het of iedereen hetzelfde verkocht, maar er is

veel variatie, je moet het alleen even weten.

Eerst naar Houré, mijn buurvrouw, zij heeft lekkere thee en

vers brood. Tappalappa is nét een Frans stokbroodje en lekker

knapperig.

Ze zit voor haar winkeltje een grote Mango te eten, baby Fatima

speelt aan haar voeten met een rammelaar.

“Ook een stukje?”, zo eten we samen de Mango op.

“Abaraka”, dank je, en ik ga vervolgens naar Amadou, een stukje

verderop.

Onderweg passeer ik Oma Keita. De familie heeft een groentetuin

en verkoopt de oogst langs de weg.

De waar ligt op een tafeltje waarachter de altijd kleurig geklede

oma de hele ochtend zit, kijkt en babbelt met jan en alleman.

Net als altijd neem ik twee aubergines mee en krijg van haar

twee tomaatjes cadeau.

"Fo waati koteng, Tot Ziens”.

Dan ben ik bij de winkel van Amadou en zie dat de emmer yoghurt

nog niet leeg is. Als ik te laat op pad ga vis ik achter het net, maar

vandaag laat ik mijn Tupperware bakje vullen met kossam, heer-

lijke verse geitenyoghurt, dan bestel ik zes eieren en zie ondertussen

dat zijn assortiment is aangevuld met een aantal flesjes parfum.

Na het keuren van de geuren, neem ik rozengeur mee naar huis.

Dan nog even naar zijn neef Lamin, die heeft vijftig meter verderop

zijn zaakje, en verkoopt uien.

De knoflook is helaas op, maar hij weet iemand die nog moet hebben,

en wijst me de weg.

Er op af! Deze man woont bij mij om de hoek en ik kom voor het

eerst bij hem. Het is een Senegalees, spreekt geen Engels, maar

gelukkig ligt de knoflook op de toonbank in een mandje.

Met aanwijzingen van mijn kant, ik spreek weinig Frans, begrijpen

we elkaar. Merci!! Au revoir!

Tot slot nog even naar de drogist voor een stukje zeep.

De eigenaar, Docter Fax genaamd, is een statige, vrolijke man.

Hij heeft net thee gezet, buiten op het stoepje voor zijn winkeltje

en biedt mij ook een glaasje aan.

Heerlijk verkwikkend werkt de Ataya, maar het wordt steeds warmer nu,

dus ik stop ermee vandaag.

Morgen volgt er een nieuwe ronde.

Fo waati koteng,
Groet van Isatou

Geen opmerkingen: