zaterdag 4 oktober 2008

De Zaterdag Column

Komt er weer eentje.

Was.

Dagelijks zie je ze. Groepjes vrouwen die zich verzamelen

rondom de openbare waterputten langs de weg.

Bergen vuil wasgoed liggen te wachten.

Samen boenen, spoelen en wringen, ondertussen vrolijk

lachend en babbelend over de laatste dorpsnieuwtjes, is aan

het eind van de ochtend de klus geklaard en hangt alles te

drogen in de zon.

Ook ik moet eraan geloven alle was met de hand te doen.

We hebben nog geen elektriciteit, in de toekomst willen

we een Solar-systeem laten aanleggen, maar zelfs dan zal

er te weinig capaciteit zijn voor een wasautomaat.

Dapper koop ik vier teilen en twee emmers in felle kleuren

met een gevlamd patroon, die je hier overal om je heen ziet.

Mijn was hoef ik niet naar de openbare waterput te sjouwen,

we hebben een put op ons eigen erf.

Een geluk bij een ongeluk, zo hoeft niemand te zien hoe ik

sta te stuntelen.

Eerst een teil maken met sop. Daar het wasgoed eerst maar

eens een uurtje in laten weken. In de hete zon wordt het water

vanzelf warm.

Door de zanderige omgeving is veel kleding echt vuil.

Hoe krijg ik die modder eraf?

Ik doe mijn best zoveel mogelijk te knijpen en heen en weer

te rossen, wat zwaar werk blijkt te zijn.

De teilen zijn groot maar met wassen moet ik toch opletten

dat de pas gewassen helft van een laken niet op de zanderige

grond terechtkomt.

Een natte badhanddoek weegt enkele kilo’s en een spijkerbroek

wordt stug en onhandelbaar.

Alle vlekken krijg ik er niet uit maar ik begin toch maar met

uitspoelen.

Andere teil ernaast met schoon water, plonzend, duwend en

trekkend probeer ik het sop er uit te krijgen.

Dan met laatste krachten, uitwringen en ophangen aan de lijn.

De volgende keer toch eerst maar eens de ouderwetse wringer

opzoeken, die moet ergens in een verhuisdoos zitten.

Ik heb voor vertrek uit Nederland er nog een op de kop weten

te tikken evenals een Wonder-Wash, een soort wastrommel,

die kampeerders vaak gebruiken, en die je met handkracht

rond kan draaien.

’s Avonds vouw ik de min of meer schone was op, met stijve

armen van de spierpijn.

Ik denk aan mijn dorpsgenoten die waarschijnlijk nergens

last van hebben.

Ik heb bewondering voor deze vrouwen, die gewoon doen wat

ze moeten doen en nooit klagen.

Van mij krijgen ze allemaal een emmer vol respect!

Fo waati koteng
Groet van Isatou

1 opmerking:

Anoniem zei

je astrid ik heb met je te doen,wat een gedoe met die was.das ook niet goed voor je rug!!