Weer zo'n pracht, notabene bij de buren!
Fo waati koteng,
Groet van Isatou
Gisteren min of meer onverwachts op een huwelijksfeest beland.
Mijn achterbuurman, hij werkt in Noorwegen en woont daar met een Noorse vrouw, heeft een zoon, die ik niet ken, deze zoon ging trouwen met een dame die ik ook nog nooit ontmoet heb.De tweede, afrikaanse, vrouw van buurman, niet de moeder van de zoon, onving gistermiddag,haar vriendinnen, familie en buren uit Tanji. "Volgt u het nog?".
Wij waren ook uitgenodigt in de middag, alle mannen in en rond mijn Compound verzorgden 's middags de muziek in Tanji.
De "wedding" was 's avonds in Serrekunda, waar de bruid woont. Wij werden plotseling gevraagd mee te gaan. Oké auto's georganiseerd, 's avonds rijdt er geen openbaar vervoer.
We werden naar een grote zaal gebracht, stoelen stonden in rijen opgesteld, op een toneel stond een min of meer versierde tafel. Onder het genot van keiharde muziek wachtten wij op de komst van de bruid. Duurde een uurtje of twee, we waren al bang dat ze niet meer zou komen, maar eindelijk was zij gearriveerd, nam plaats achter de tafel op het toneel. Veel dames, nog mooier gekleed dan de bruid, gingen handje geven en lieten en cadeau achter op de tafel.
Bij dit soort feesten gaat men in vol ornaat gekleed, de ene creatie nóg mooier en spectaculairder dan de andere, het gaat er om bekeken te worden. Ik heb mijn ogen dan ook goed de kost gegeven. Als de koningin op staatsbezoek gaat, loopt ze er bij als een sloddervos vergeleken bij deze dames. Na de felicitaties kwam de bruid de zaal in om te bedanken, hier en daar een handje of kusje. Voor mij alletwee én samen op de foto, ik was de enige blanke tussen driehonderd gasten, zeker leuk voor het fotoalbum? (bedenk ondertussen, wij kennen elkaar niet!).
Vervolgens zijn wij maar weer eens op huis aan gegaan, duurde ook nog meer dan twee uur.
Al met al een heel apart en bijzonder feest, niet in de laatste plaats omdat de bruidegom NIET aanwezig was! Hij woont en werkt in Oostenrijk! Schijnt de pret niet te drukken. Dit feest is volgens Ousman big business, geld en cadeaus verzamelen. Als de aanstaande echtgenoot later eens in Gambia op vakantie komt gaat men even langs het stadhuis.....................
Fo waati koteng,
groet van Isatou
Open Huis
Het is nog vroeg in de middag maar erg warm, ik voel me loom
en ben niet voorruit te branden.
Tóch maar beginnen met pannenkoeken bakken voor de kinderen
die straks op ons feest komen.
Gelukkig heb ik een buurvrouw bereid gevonden Afrikaans te koken voor
de volwassenen, voor twintig personen weet ik nog niet hoe ik dat
voor elkaar moet krijgen.
We houden vandaag open huis en hebben onze buurtbewoners
uitgenodigd.
We hebben er zeven maanden op gewacht, eindelijk konden we ons
wachterhuisje verlaten en ons eigen huis betrekken.
Frank, onze Nederlandse vriend die bij ons om de hoek woont, heeft
voor onze komst naar Afrika, gezorgd dat dit huisje gebouwd werd en
zo hadden we vanaf het begin onderdak op ons eigen stukje grond.
Sinds twee weken hebben we een echte Compound.
Iedereen leeft in deze kleine leefgemeenschappen, op één erf wonen
diverse gezinnen.
Twee weken geleden is Ousman in het wachterhuisje gaan wonen.
Hij is nog jong, heeft nog geen vrouw en kinderen maar het is een begin.
We spreken de Engelse voertaal wat door de meeste mensen gesproken
wordt. Sommige oudere mensen hebben er moeite mee, gelukkig dat
Ousman kan tolken bij het Mandinka of Wolof.
In de namiddag druppelen de bezoekers langzaam binnen .
De kinderen genieten van de pannenkoeken.
Buurvrouw heeft grote schalen gekruide rijst met vis meegebracht
en de mannen en vrouwen zitten apart in groepjes er omheen te eten.
Leo begint wat ritmes te slaan op zijn djembé en onze gasten kijken
blij verrast op. De kinderen beginnen spontaan te klappen en te zingen.
Enkele vrouwen staan op en beginnen te dansen, ook ik doe mee maar
het gaat wat houterig.
Gelukkig geeft buurvrouw Mariama mij les in het billenschudden,
en we lachen wat af.
Na al dat gedans heb ik ook honger gekregen en neem plaats tussen
de vrouwen.
Het gerecht ruikt heerlijk en ik neem een grote hap.
Meteen begint het vreselijk te branden in mijn mond. Ik heb vergeten
te vragen aan de buurvrouw zuinig om te gaan met pepers en nu heb
ik een stuk Madame Jeanette te pakken, de heetste soort.
Zwetend probeer ik met water te blussen maar het helpt geen zier.
Het is erg pijnlijk maar ik doe mijn best niets te laten merken.
Het feestje loopt ten einde. De bezoekers gaan langzaamaan naar huis.
Heimelijk vind ik het niet erg, want ik sta nog steeds in brand.
Met tranen in mijn ogen neem ik afscheid.Mango’s
Lamin, een buurjongetje, wandelt ons erf op met een bos takken
onder zijn arm.
Hij vraagt om een touw. Zijn plan is een zo lang mogelijke stok
te maken en hij knoopt letterlijk de eindjes aan elkaar.
Er ligt nu een tak van vier meter lengte.
Inmiddels begrijp ik de bedoeling.
De laatste dagen heb ik het al vaker om me heen gezien.
Met dit werktuig worden de Mango’s, die aan het rijpen zijn,
uit de boom geplukt.
In Tanji staan overal waar je om je heen kijkt grote Mangobomen
en die hangen stikvol met vruchten.
Ons dorp is één grote boomgaard. Wij hebben ook twee bomen op
ons erf staan.
De grootste staat pal voor ons huis en zorgt voor veel schaduw.
Er blijken meerdere soorten te bestaan. De vruchten in de grote
boom zijn al heel groot maar nog niet rijp.
Lamin verzekert me dat de vruchten in de kleinere boom al
geplukt kunnen worden.
Af en toe valt er al één spontaan op de grond maar het duurt hem
te lang om daarop te wachten.
Behendig tikt hij met zijn lange stok tegen de vruchten in de boom
en bij het vallen weet ik ze op te vangen.
Na een kwartiertje hebben we een emmertje vol.
Nu eerst eens proeven, eigenlijk ben ik nooit zo dol op Mango’s
geweest, maar deze smaken zalig.
Ze zijn heerlijk zoet, ik proef een mengeling van Perzik, Nectarine én Mango
Eindelijk wordt mijn geduld beloond.
Maanden moest ik wachten tot de vruchten rijp waren, maar nu is
het zover, ik ga Mango-Chutney maken.
De hele middag sta ik te kokkerellen terwijl Lamin nog een
emmertje vruchten plukt.
Niet alleen buiten maar ook binnenshuis ruikt alles nu naar Mango.
Aan het eind van de middag ben ik tevreden met het resultaat.
Er staan twintig potten chutney, in één keer gefabriceerd, uit eigen tuin!
Voldaan maar ook een beetje moe, pak ik het stretchbed.
Even een tukje doen. Ik plaats het bed in de schaduw onder de
grote Mangoboom.
Op het moment dat ik een beetje slaperig word, valt er spontaan
een grote Mango uit de boom.
Boven op m’n kop. AUW! Dat doet zeer! Wat een kanjer.
De vrucht weeg bijna een pond, dat heb ik nagewogen.
Een tukje doen op deze plek is een riskante onderneming.
Volgende keer maar een helm opzetten!Toneel
Als ik bij mijn buurvrouw in haar winkeltje kom, zit ze stil
op een stoel achter de toonbank en kijkt me verdrietig aan.
Ze voelt zich al een paar dagen niet lekker.
Last van een prikkende keel en wat spierpijn.
Het klinkt als een onschuldige verkoudheid, toch moet je
alert blijven, er is altijd een kans dat de malariamug de
boosdoener is.
Zelf voelde ik me een tijdje geleden wat grieperig en heb na
een dag koorts meteen een bloedtestje laten doen. Gelukkig
was er niets aan de hand, daarbij gebruik ik preventief medi-
cijnen. Malaria moet je serieus nemen.
Houré vertelt me dat ze gisteren al bij een dokter is geweest.
’t Is gelukkig geen malaria, ze heeft wél drie soorten pillen
meegekregen die ze met een triomfantelijk gezicht aan me laat zien.
Ik kijk op de verpakkingen en zie drie varianten van
Paracetamol. De pillen vormen voor Houré het bewijs dat ze
als patiënt moet worden behandeld en zo wat meer aandacht
kan opeisen van haar vader. Hij staat aan het hoofd van de
familie, die 18 personen telt, dus individuele aandacht krijg je
niet zo snel. “Gelukkig dat je pillen hebt gekregen, misschien
voel je je morgen al wat beter” probeer ik haar op te monteren.
Houré betwijfelt het maar probeert wat opgewekter te kijken.
De volgende avond, we willen nét gaan eten, wordt er op de
poort gebonsd. Houré vraagt paniekerig of we haar naar het
ziekenhuis willen brengen in een naburig dorp, Nu meteen!
Wij hebben een auto en er is geen andere mogelijkheid om
daar naar toe te reizen op dit tijdstip.
Ze heeft de hele dag spierpijn gehad en maakt zich ongerust.
Een beetje geschrokken gaan we op weg. Houré met haar
baby en ik achterin, Leo aan het stuur, Houré’s vader druk
gebarend naast hem. Pa spreekt geen woord Engels maar weet
ons naar het ziekenhuis te loodsen
Daar aangekomen worden we vrijwel meteen ontvangen door
een ernstig kijkende dokter. Hij hoort Houré’s klacht aan en
neemt haar bloeddruk op, die perfect is.
Leo en mij wordt uitgelegd dat het allemaal wel meevalt, het is een
griepje, en hij geeft ons een receptje mee voor nog twee soorten
pijnstillers. Houré is tevreden met nog meer pillen op zak, en
we keren terug naar huis.
De volgende ochtend gaat het wonderbaarlijk goed met haar.
Ze is goedlachs en heeft nergens last meer van.
Ik betrap me op de gedachte dat ze wat toneel gespeeld heeft.
Tóch geeft het me een goed gevoel opgenomen te worden in de
buurt. Het is hier niet alleen noodzakelijk maar ook
vanzelfsprekend om voor elkaar klaar te staan.
Wij waren het de afgelopen jaren in Nederland een beetje
kwijtgeraakt en zijn blij het weer terug te vinden.
De Ouderwetse Burenhulp!Was.
Dagelijks zie je ze. Groepjes vrouwen die zich verzamelen
rondom de openbare waterputten langs de weg.
Bergen vuil wasgoed liggen te wachten.
Samen boenen, spoelen en wringen, ondertussen vrolijk
lachend en babbelend over de laatste dorpsnieuwtjes, is aan
het eind van de ochtend de klus geklaard en hangt alles te
drogen in de zon.
Ook ik moet eraan geloven alle was met de hand te doen.
We hebben nog geen elektriciteit, in de toekomst willen
we een Solar-systeem laten aanleggen, maar zelfs dan zal
er te weinig capaciteit zijn voor een wasautomaat.
Dapper koop ik vier teilen en twee emmers in felle kleuren
met een gevlamd patroon, die je hier overal om je heen ziet.
Mijn was hoef ik niet naar de openbare waterput te sjouwen,
we hebben een put op ons eigen erf.
Een geluk bij een ongeluk, zo hoeft niemand te zien hoe ik
sta te stuntelen.
Eerst een teil maken met sop. Daar het wasgoed eerst maar
eens een uurtje in laten weken. In de hete zon wordt het water
vanzelf warm.
Door de zanderige omgeving is veel kleding echt vuil.
Hoe krijg ik die modder eraf?
Ik doe mijn best zoveel mogelijk te knijpen en heen en weer
te rossen, wat zwaar werk blijkt te zijn.
De teilen zijn groot maar met wassen moet ik toch opletten
dat de pas gewassen helft van een laken niet op de zanderige
grond terechtkomt.
Een natte badhanddoek weegt enkele kilo’s en een spijkerbroek
wordt stug en onhandelbaar.
Alle vlekken krijg ik er niet uit maar ik begin toch maar met
uitspoelen.
Andere teil ernaast met schoon water, plonzend, duwend en
trekkend probeer ik het sop er uit te krijgen.
Dan met laatste krachten, uitwringen en ophangen aan de lijn.
De volgende keer toch eerst maar eens de ouderwetse wringer
opzoeken, die moet ergens in een verhuisdoos zitten.
Ik heb voor vertrek uit Nederland er nog een op de kop weten
te tikken evenals een Wonder-Wash, een soort wastrommel,
die kampeerders vaak gebruiken, en die je met handkracht
rond kan draaien.
’s Avonds vouw ik de min of meer schone was op, met stijve
armen van de spierpijn.
Ik denk aan mijn dorpsgenoten die waarschijnlijk nergens
last van hebben.
Ik heb bewondering voor deze vrouwen, die gewoon doen wat
ze moeten doen en nooit klagen.
Van mij krijgen ze allemaal een emmer vol respect!