zaterdag 30 mei 2009

De zaterdagcolumn

Taal.

Oude buurman Ceesay wandelt voorbij.

“Somanda bedie, is de morgen goed?” vraag ik.

“Somanda bedjang, de morgen is goed”.

Buurman spreekt Mandinka, de grootste bevolkingsgroep behoort

tot deze stam, dus probeer ik me te bekwamen in deze taal.

Verder dan wat begroetingen kom ik nog niet.

Het komt op me over als een Adacadabra-taal, alles klinkt in

mijn oren hetzelfde met veel A- en OE-klanken.

Ik probeer ezelsbruggetjes te bedenken om iets te onthouden.

Tabiro is koken, begint met TA dus ik bedenk dan dat het eten

op TAfel staat.

Woelaro, avond, verbind ik aan Woelen. Maar het houdt geen

enkel verband, de ezelsbruggen kosten me meer tijd dan simpel-

weg het woord in m’n kop stampen.

Na “Sumolé”, hoe gaat het?, schakel ik weer over op Engels

wat de officiële voertaal is.

Vanwege het koloniale verleden wordt nog steeds vanaf de lagere

school Engels onderwezen, zodat we prima kunnen communiceren.

Kleine kinderen zijn er trots op als ze kunnen vragen

“How are you” en “What is your name”.

Veel meer dan dat lukt nog niet dus voel ik verwantschap met

deze kleuters.

Spontaan als deze kinderen zijn wordt er veel aan me verteld in het

Mandinka, dan trek ik maar wat gekke bekken wat veel gelach tot

gevolg heeft en zo hebben we plezier en begrijpen elkaar zonder

woorden.

Maar ik houd vol en ik verras mijn buurvrouw Houré als ik zeg

“Fo waati koteng”, Goedendag”.

Niet begrijpend kijkt ze me aan, dus ik herhaal het, duidelijk

articulerend.

Ineens snapt ze wat ik bedoel, ze legt me uit dat haar familie

tot de fula-stam behoort en dus Fula spreekt, Mandinka is

hun tweede taal.

Van oudsher leven verscheidene stammen broederlijk naast

elkaar dus wordt er ook nog Wollof, Jola of Mandjako gesproken.

Nét nu ik zwoegend een paar woordjes Mandinka onder de knie

heb gekregen sta ik weer met een mond vol tanden.

“Kan jij me Nederlands leren?” vraagt Houré opeens.

“Wat moet je dáár nu mee Houré?”.

“Dan kan ik met je praten” zegt ze met een ernstig gezicht.

“Dat doe je nu toch ook al?”.

Ze ziet er de grap wel van in en lachend nemen we afscheid.

Een beetje plagerig roep ik in vertrouwd Hollands “Tot Ziens”.

Fo waati koteng,
Groet van Isatou

Geen opmerkingen: