zaterdag 12 september 2009

De zaterdagcolumn

Boter.

De botervloot is leeg. Óp naar de markt, Friday is de enige

in Tanji die Hollandse margarine verkoopt.

Als ik de richting van zijn winkeltje opga zie ik een groep

mannen, woest gebarend, voor de ingang staan.

"Wat is daar aan de hand?", nieuwsgierig loop ik er op af.

Tussen de mensenmenigte door ontwaar ik Friday met een

verhit hoofd waar het zweet vanaf gutst, met een opgeheven

ijzeren staaf in de hand zwaaiend.

Met een schok sta ik stil, Friday is een goedmoedig, zacht-

aardig persoon en in de regel de rust zelve.

Ik snap de opwinding niet helemaal.

Naderbij komend zie ik opeens dode ratten voor zijn winkel

liggen, een stuk of dertig.

Ik begin te snappen wat de consternatie te betekenen heeft,

en ik beland midden in een rattenjacht.

In het winkeltje is het een enorme ravage.

Dozen, flessen, papier, plastic zakken, alles ligt door elkaar

op de grond.

Het schap met zakjes suiker, koekjes en brood is half omge-

vallen en de grote zak rijst loopt langzaam leeg door de gaten

die de ratten erin hebben geknaagd.

Een man begint driftig te wijzen en te schreeuwen en ik zie

iets bewegen tussen een paar dozen.

Friday en de man beginnen gericht te meppen met een ijzeren

staaf. Al snel zit 't beest letterlijk als een rat in de val, na een

goedgemikte tik, legt ie 't loodje.

Aan de staart opgepakt wordt hij naar buiten geslingerd bij zijn

soortgenoten.

Ineens ziet Friday mij staan en verontschuldigt zich voor de

bende. Vanmorgen, bij het openen van de deur, trof hij een

legertje ratten aan. Veel van zijn handel is onverkoopbaar

geworden doordat de beestjes tijd genoeg hebben gehad overal

aan te knagen.

De winkel wordt vandaag, wegens omstandigheden, gesloten

en schoongemaakt. Friday toont mij de gaten in de vloer waar-

door ze naar binnen zijn gekomen.

Ook ziet het dak er niet solide uit en er zit in de achtermuur

een opening. Dat moet allemaal gerepareerd worden.

Morgen gaat Friday naar de stad Serekunda om een zak cement

te kopen.

"Over een dag of drie ben ik wel weer open hoor", verklaart hij

laconiek.

"Ik ben bang dat je het tot die tijd zonder boter moet doen",.

Op weg naar huis bedenk ik me dat hij heel wat meer zorgen

heeft dan ik. Hij blijft Afrikaans rustig onder de situatie.

Maar ik ben solidair met hem, ik eet de komende dagen

droog brood!.

Fo waati koteng,
Groet van Isatou

Geen opmerkingen: