

Ontbijtje.
Nog een beetje dromerig loop ik over de zandweggetjes van het
dorp naar de halte van de bustaxi.
Negen uur ’s morgens, dus nog vroeg.
Houré, een buurvrouw, zwaait mij vanuit haar winkeltje tege-
moet. Met haar baby in een doek op haar rug en een kop thee
in de hand, nodigt ze me uit te komen ontbijten.
Kan ik niet weigeren, hoewel ik al ontbeten heb. Ik kan niet lang
blijven hoor, roep ik. Het gevoel van altijd haast ben ik nog niet
kwijt. Ik woon hier al bijna twee jaar maar heb nog steeds moeite
mij over te geven aan het langzame ritme van het Afrikaanse
leven.
“Gaat alles goed met jou”? Dit vraagt zij elke keer als ik
haar tegenkom, soms vijf keer op een dag.
"Ja hoor, alles gaat z'n gangetje".
Dan vraag ik ‘alles goed met jou, de baby en de familie”?
“Ja hoor, alles goed”. “Waar ga je heen?” wil ze weten.
Vandaag ga ik naar Serrekunda, de grote stad, naar mijn Neder-
landse vriendin.
Zo is ze weer helemaal op de hoogte.
Snel neem ik twee slokken mierzoete thee en een hap brood,
en vervolg mijn weg richting bushalte.
Hier is geen dienstregeling, gewoon maar wachten tot er eentje
komt.
Vandaag heb ik geluk want er komt een busje aan op het mo-
ment dat ik bij de bushalte arriveer.
’T wordt een vrolijke, gezellige rit. Deze chauffeur houdt van
Reggae-muziek en draait een bandje met oude hits van
Bob Marley. Terwijl “No woman, no cry’ uit de luidsprekers
schalt, laden vrouwen teilen met vis in het busje, nét vers
gevangen door de plaatselijke vissers.
Als iedereen zit, kunnen we vertrekken, wat enige tijd vergt.
Maar wie maalt er om tijd?
’t Maakt mij vandaag niets meer uit, misschien haal ik de stad
dezelfde ochtend nog.
De reis kán je in twintig minuten afleggen, mits er niet twaalf
keer wordt gestopt om uit te stappen, vis uit te laden, weer in-
stappen, of moet stoppen voor een politiecontrole of een over-
stekende koe!
Anderhalf uur later kom ik aan bij mijn vriendin in Serrekunda.
Een kan vers geperst sinasappelsap staat klaar, zij heeft een
sinasappelboom in haar tuin, en we beginnen eerst maar eens
met een verlaat ontbijtje.........
Prettige zaterdag, Fo waati koteng,
Groet van Isatou
Isatou.
What's in a name? Je bent zoals je heet.
Sinds ik in Tanji woon heb ik een andere naam, maar ik ben
nog steeds dezelfde gebleven.
Mijn nieuwe naam is niet door mijzelf verzonnen maar door
mijn dorpsgenoten.
Astrid is voor de meeste Afrikanen moeilijk te onthouden of
uit te spreken dus ben ik door hen omgedoopt.
Mag ik mij even aan u voorstellen?
Isatou is de naam.
Het gekke is dat ik er helemaal aan gewend ben geraakt, zelfs
familie en vrienden in Nederland noemen mij bij mijn nieuwe
naam.
In het begin was het moeilijk de Afrikaanse namen te onthouden.
Ze zijn mooi, Soulemane, Ibrahima, Abubakar, Sambodjang of
Lamin en voor de meiden Mariama, Binta, Isatou, Maymouna
of Aramata om er maar een paar te noemen.
Deze namen komen heel vaak voor dus ben ik zeker niet de enige
Isatou op de buurt.
Zo wie zo een verandering als je op straat loopt, iedereen zegt je
gedag en je wordt bij naam genoemd.
Het Afrikaanse begroetingsritueel neemt tijd in beslag.
Beleefd wordt gevraagd hoe je je voelt, of de familie in goede
gezondheid verkeert, of de ochtend goed begonnen is en men
wenst je verder een prettige dag.
Andersom kan ik in het Mandinka inmiddels hetzelfde vragen.
Soumolé - Abidjé - Kortenante - Tenante, dit rijtje draai ik
automatisch af en men stelt het op prijs als je afsluit met
Salam Aleikum, Vrede zij met U.
Klinkt heel formeel maar dat is het allerminst, het gaat allemaal
heel ontspannen en vrolijk.
Even snel een boodschap doen lukt niet, het woord "Haast" komt
niet in het woordenboek voor.
Geen gestress, rustig aan genieten van elke dag en de tijd nemen
voor elkaar.
Dat is maar goed ook, ik dein mee op het Afrikaanse ritme.
Ik moet nog veel leren, maar daarin zit hem wél de clou.
Groetjes, Isatou
Prettige zaterdag,
Fo waati koteng,
Isatou